Fotoalbum

Kinderen spelen nog te weinig samen buiten

Hoe kun je samen buiten spelen van kinderen met en zonder beperking ondersteunen? Dat onderzoekt de Hogeschool Utrecht samen met verschillende partners. Daarbij maken ze sinds dit seizoen elke vrijdagmiddag gebruik van Speeltuin Kloosterplantsoen in IJsselstein.

Tekst uit artikel Algemeen Dagblad van zaterdag 7 oktober, geschreven door Peter Bekkering.

Gisteren was er een bijzondere activiteit, want op de slotdag van de Week van de Toegankelijkheid was het Wheelchair Skills Team van oud-paralympisch zitskiër Kees-Jan van der Klooster naar IJsselstein gekomen om kinderen te leren hoe zij goed en op een leuke manier gebruik kunnen maken van hun rolstoel.

De 7-jarige Boris stapt vol bravoure voor de eerste keer in een rolstoel en merkt al snel dat je ook met de rolstoel de blits kunt maken. Over de vraag wat hij het leukste vindt, hoeft hij niet lang na te denken: ,,Een wheelie maken!” Bovendien heeft het rijden in een rolstoel voor Boris een belangrijk voordeel: ,,Je krijgt er gespierde armen van.” Zijn moeder, Anne-Marie, hoopt dat Boris er nog iets anders van opsteekt: ,,Dat het fijn is als je niet als anders wordt gezien en dat je als kinderen met en zonder beperking prima met elkaar kunt spelen.”

De 5-jarige Suus is al even enthousiast. Voor haar is het niet de eerste keer dat ze in een rolstoel zit. ,,Laatst heb ik dat ook gedaan in het Nijntje Museum in Utrecht en tijdens de Dag van het Gehandicapte Kind in Nieuwegein.”

Van der Klooster is ondertussen onvermoeibaar bezig met de verschillende kinderen. Hij vindt het belangrijk dat de rolstoelvaardigheid van de kinderen op niveau is. ,,Ik ben in 2003 begonnen met jeugdsportweekeinden voor kinderen met een handicap. Daarbij liet ik ze een rolstoelparcours afwerken. Ik merkte dat er vaak weinig motorisch besef bij die kinderen was en ben toen trainingen gaan geven. Daar hadden de kinderen veel baat bij.”

Bij Speeltuin Kloosterplantsoen is inclusief spelen en toegankelijkheid voor zowel kinderen met als zonder beperking vanaf het begin een belangrijk uitgangspunt geweest. Toch weten kinderen met een beperking en hun ouders nog amper de weg naar de speeltuin te vinden.

Ryan Beekhuizen (30), promovendus aan de Hogeschool Utrecht bij het Lectoraat Leefstijl en Gezondheid en het UMCU, heeft wel een verklaring: ,,Er zijn naast fysieke barrières namelijk ook vaak sociale barrières. Kinderen met en zonder beperking vinden het soms gek om met elkaar te spelen en ouders van kinderen met een beperking vinden het daarom soms moeilijk om hun kind los te laten. Daarnaast weten ze soms ook niet van het bestaan van de speeltuin af.”

Om daar verandering in te brengen, zijn de lectoraten Leefstijl en Gezondheid (Kind in Beweging), Co-Design en Duurzame Communities sinds september 2022 meerdere onderzoeksprojecten begonnen waarbij ze kennis, tools, middelen en samenwerking willen ontwikkelen om samen buiten spelen van kinderen met en zonder beperking te ondersteunen. Onderdeel daarvan is dat studenten van verschillende richtingen binnen de HU – evenementen, pedagogiek, sociaal werk en (kinder)fysiotherapie – sinds dit schooljaar elke vrijdag naar de Speeltuin Kloosterplantsoen komen om zo te inventariseren wat er nodig is. Beekhuizen: ,,We hebben de Speeltuin Kloosterplantsoen als living lab en wijklocatie geadopteerd. Dat past ook in de bredere visie van de HU, dat onderzoek en onderwijs niet alleen in de HU maar juist ook op locatie moet plaatsvinden.” Uiteindelijk worden er onder andere twee toolboxen ontwikkeld: een om de fysieke barrières te slechten en een voor de sociale barrières.

Maaike (39), de moeder van de 8-jarige Jill, heeft die laatste barrière al geslecht. Haar dochter heeft het Angelman Syndroom en daardoor een stoornis in de hersenontwikkeling. Maaike komt regelmatig met Jill naar de speeltuin: ,,Ik vind het fijn dat er nu begeleiding is.” Tegelijkertijd merkt ze ook dat ze nog een uitzondering is: ,,Ik heb hier naast Jill nog nooit een kind met een beperking gezien.”